Bij het woord “Bourgondiër” denk ik eerder aan België dan aan Nederland.

Toch is Nederland Bourgondischer.

Wij Nederlanders hebben een nogal uitbundige manier van onze pizza’s beleggen.

Den Hollander stapelt het liefst zoveel mogelijk lekkers op één enkele pizza.

Het is niet voor niets dat supermarkten ons regelmatig stapelkortingen aanbieden.

Het is pure Hollandse levensvreugde.

Vertaald naar een pizza gaat het dan ongeveer zo:

Saus: “een lepeltje extra kan vast geen kwaad.”

Ham: “niet te weinig, dat staat zo karig.”
Salami en tonijn: “die passen er nog prima bij naast de ham.”

Kaas: “dat mag altijd een onsje meer zijn.”

Paprika, ui en champignons: “doe allemaal maar.”

Wij Nederlanders compenseren ons vlakke land met bultige pizza’s.

En dat is dus de grootste fout die je als Pizza-Bourgondiër kan maken.

Niet kunnen kiezen.

Ik weet niet precies hoe dit in Bourgondisch België gaat, maar ik weet dat Italianen echt gruwelen van deze Hollandse all you can eat.

Die houden het per pizza liever bij een paar lokale ingrediënten van topkwaliteit.

Da’s niet voor niets, want zwaar belegde pizza’s zijn vaak brokkenmakers.

Door die extra lepel saus plakt de bodem lekker vast aan je werkblad.
Gevolg: je pizza is nauwelijks meer te verplaatsen.

Lukt het toch om je pizza nog in beweging te krijgen, dan is de kans groot dat deze zich als een harmonica in je oven vouwt.

En dat geeft ’n rommel…

Komt die pizza wonder boven wonder wel schadevrij in de oven, dan komt ie er gegarandeerd uit als opgewarmde saunabezoeker.

Drijfnat.

Of zoals een dappere hobbybakker pas aan me opbiechtte: “Wij moeten onze pizza altijd eerst even afgieten.”

:-)

Wat je beslist ook altijd even uit moet laten lekken voor ze op de pizza gaan zijn champignons.

Flinterdun snijden of ze eerst even aanbakken om alvast wat vocht te laten verdampen helpt ook.

Combineer die overheerlijke funghi op jouw pizza met alleen wat mozzarella, Parmigiano, (chili)peper, enkele blaadjes verse basilicum en een sprenkeling extra vergine olijfolie.